Suïcidale Ideatie – Suïcidepoging – Suïcide

Onder jongeren (tussen 10-17) is suïcide de belangrijkste doodsoorzaak. Huisartsen (en psychotherapeuten) durven het vaak niet bespreekbaar te maken, uit angst daarmee suïcide uit te lokken. Deze angst is onterecht. Het bespreekbaar maken is juist een belangrijke interventie om suïcide te voorkomen.

Zowel binnen de klinische setting als in de wetenschappelijke literatuur blijkt niet altijd eenduidigheid te zijn voor wat betreft de gehanteerde definities van suïcidaal gedrag. Dit heeft vooral te maken met het al dan niet duiden van de doodswens of intentie. Het is vaak moeilijk om achteraf motieven en intenties in te schatten. In veruit de meeste gevallen is suïcidaal gedrag een manier om te ontsnappen aan het uitzichtloos en ondraaglijk lijden zonder dat de dood wordt beoogd. Binnen deze visie is de dood geen opzichzelfstaand doel maar eerder een middel tot doel.

Hieronder worden de definities van suïcidaal gedrag beschreven zoals deze door de Wereldgezondheidsorganisatie worden gehanteerd (De Leo, Burgis, Bertolote, Kerkhof, Bille-Brahe, 2006).

Onder een suïcidepoging verstaan we een niet-habitueel gedrag zonder dodelijke afloop dat de persoon initieert en uitvoert met de verwachting of het risico om te overlijden of lichamelijke schade te veroorzaken en met als doel gewenste veranderingen te bewerkstelligen.

Onder suïcide verstaan we een daad met dodelijk afloop die de overledene in de wetenschap of de verwachting van een potentiële dodelijke afloop heeft geïnitieerd en uitgevoerd met als doel gewenste veranderingen te bewerkstelligen.

Onder suïcidale gedachten (ook wel suïcidale ideatie genoemd) verstaan we het actief denken aan, of het overwegen van suïcide, als mogelijkheid of als uitweg om ervaren problemen te verminderen of op te lossen.

Hoewel suïcidepogingen zich kunnen herhalen, laat de notie ‘niet-habitueel gedrag’ toe suïcidepogingen te onderscheiden van automutilatie of zelfbeschadigend gedrag, wat eerder gezien kan worden als een gewoontepatroon waarbij geen suïcidale intentie aanwezig is.

Suïcidale ideatie kan vele vormen aannemen, gaande van erg vage gedachten of fantasieën (bijvoorbeeld: ‘ik wou dat ik eens niet meer wakker werd’) en doodswensen (‘ik kan er maar beter een einde aan maken, ik ben iedereen alleen maar tot last’) tot heel concrete plannen (‘ik spring morgen’). In sommige gevallen kunnen gedachten, wensen en fantasieën evolueren naar concrete plannen en eventueel resulteren in een suïcidepoging, terwijl in andere gevallen een suïcidepoging uitblijft. De evolutie van gedachten naar meer concrete plannen tot het uitvoeren van de handeling wordt het suïcidale proces genoemd (van Heeringen, 2001b). De duur van dit proces kan schommelen van enkele maanden tot verschillende jaren.

De term ‘suïcidaliteit’ verwijst naar “het geheel van gedachten (vaag tot concrete plannen), voorbereidende handelingen, suïcidepogingen en suïcide” (van Heeringen, 2001a)

Voor meer informatie en cijfers kan je terecht bij het VLESP: info@vlesp.be · www.zelfmoord1813.be